Volgens de werkgeversorganisatie VNO-NCW wordt de soep niet zo heet gegeten als die is opgediend door president Klaas Knot van De Nederlandsche Bank (DNB), die toezicht houdt op de fondsen.

DNB maakte bekend dat als uitzonderlijke maatregel niet de renstestand van 31 december uitgangspunt is bij de berekeningen of de fondsen gezond genoeg zijn om te voldoen aan hun verplichtingen, maar het gemiddelde over de laatste 3 maanden van het afgelopen jaar. Dat betekent dat niet 180 pensioenfondsen in de gevarenzone zitten, maar 125. Ook is met de minister van Sociale Zaken, Henk Kamp, afgesproken dat een korting op de pensioenen niet meer zal bedragen dan 7 procent.

Voorlopig antwoord

De pensioenfondsen rekenen nu uit wat dit voor hen betekent. De grootste zullen op 19 januari een eerste voorlopig antwoord geven op de vraag of ze in 2013 naar verwachting moeten korten. Als kortingen worden aangekondigd, zullen de pensioenfondsen aan het eind van dit jaar bekijken of ze er inmiddels beter voorstaan, bijvoorbeeld doordat de rente dan gestegen is. Een korting zou dan dus kunnen vervallen.

FNV Bondgenoten vreest dat veel werknemers en gepensioneerden het met een een lager pensioen moeten doen. De vakbond vindt dat DNB niet moet uitgaan van de rente in de laatste 3 maanden van het jaar, maar van het gemiddelde van het hele jaar. Ook de organisatie van de gepensioneerden, NVOG, vindt dat DNB moet kijken naar de rente op langere termijn. De rente die wordt gehanteerd, is ook na het besluit van DNB ,,onrealistisch laag”, aldus de NVOG.

VNO-NCW vindt dat onnodig paniek wordt gezaaid over de pensioenen. De werkgeversorganisatie wijst op de afspraken die vakbonden, werkgevers en het kabinet hebben gemaakt over het verhogen van de pensioenleeftijd. Als de pensioenfondsen dat akkoord uitvoeren, zou de korting niet nodig zijn. De stemmingmakerij maakt de consument onzeker en dat is slecht voor de economie die er toch al slecht voorstaat, vinden de werkgevers.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl